Het gebruik van deelscooters is de laatste jaren explosief toegenomen. In grote steden is de donkergroene Felix, de paarse Check en de groene Go-scooter niet meer uit het straatbeeld weg te denken. Ook voor zakelijke ritten wordt de elektrische deelscooter steeds vaker gebruikt. Maar ondanks dit ogenschijnlijke succes bestaat er ook kritiek op deze vorm van deelvervoer. Zo veroorzaken (de bestuurders van) de deelscooters overlast en worden ze overal op straat achtergelaten. Door dat laatste probleem heeft de deelscooter al een bijnaam te pakken: de ‘strooiscooter’. In veel steden krijgt de deelscooter te maken met meer regelgeving, of worden ze zelfs uit de stad geweerd, zoals in Den Haag, Tilburg en Utrecht. Dat roept de vraag op: heeft de ‘deelscooter’ nog toekomst in Nederland?
De elektrische deelscooter als alternatief
Een van de trends in Nederland als het gaat om mobiliteit is de verschuiving van bezit naar gebruik. Het is tegenwoordig, vooral in de grote steden, niet meer vanzelfsprekend om een eigen auto te hebben. Vooral als je werkt in dezelfde stad als waar je woont is het vaak niet nodig om een auto aan te schaffen. Deze trend is een van de redenen dat deelauto’s, deelscooters en deelfietsen steeds meer worden gebruikt. Bovendien ben je met de combinatie van alle soorten deelvervoer veel slimmer, flexibeler en duurzamer bezig met mobiliteit. Met de elektrische deelscooter kun je de drukke routes in de stad veel gemakkelijker vermijden. De elektrische deelscooter heeft ook voordelen voor de algehele verkeerslast in steden. Hoe meer de deelscooter gebruikt wordt voor woon-werkverkeer, hoe minder auto’s er in de stad rijden. Dit voorkomt veel verkeersdrukte, verlaagt de parkeerdruk én zorgt voor minder uitstoot.
Kritiek op de deelscooter
De elektrische deelscooter leek veel potentie te hebben en echt een verschil te kunnen maken in de verschuiving naar flexibele en duurzame mobiliteit. Maar na een aantal jaar van sterke groei begint er nu steeds meer kritiek te komen op deze vorm van deelvervoer, en heeft de deelscooter last van een imagoprobleem. De nadelen worden steeds beter zichtbaar. Zo worden deelscooters vaak geparkeerd op plekken waar ze niet horen, worden ze vernield of zorgen de (soms onervaren) bestuurders voor overlast en onveilige verkeerssituaties.
Naast de genoemde problemen die vooral veroorzaakt worden door de gebruikers van de deelscooters worden er ook vraagtekens gezet de noodzaak ervan. De elektrische deelscooter wordt namelijk gezien als duurzaam deelvervoer, maar door de korte levensduur van 3,7 jaar is de deelscooter niet zo duurzaam als het lijkt. Sterker nog: de elektrische deelscooter lijkt hierdoor minder duurzaam te zijn dan een benzinescooter in privébezit, die gemiddeld tien jaar mee gaat. Daarnaast worden deelscooters vaak gebruikt voor korte ritjes die ook makkelijk met de fiets gemaakt kunnen worden, en wordt daarom ook wel als onnodig gezien. De gemiddelde afstand van een rit met een deelscooter (in Utrecht) is namelijk maar 3,7 kilometer. Dit is ook reden voor veel gemeenten om strengere regels te hanteren voor deelscooters. In sommige gemeenten, zoals in Utrecht, krijgen leveranciers van deelscooters zelfs geen vergunning meer om hun scooters daar aan te bieden. Ook in de tweede kamer wil een meerderheid strengere regels voor de deelscooter.
Heeft de deelscooter nog toekomst in Nederland?
De ‘groene belofte’ van de deelscooter lijkt misschien niet zo groenkleurig te zijn als dat enkele jaren geleden werd gedacht. Maar ondanks de problemen die er bestaan blijft het een handig vervoermiddel voor middellange ritten en blijft het vaak een goed alternatief voor de auto. Om de deelscooter een plek te geven in de mobiliteitsmix moet er een aantal dingen aangepakt worden. Als de problemen niet opgelost worden die zich nu voordoen zal er kritiek blijven bestaan en krijgt de deelscooter de kans niet om zich neer te zetten als een volwaardig deelvervoermiddel. Veel problemen kunnen vrij gemakkelijk opgelost worden, bijvoorbeeld door genoeg duidelijke ‘hubs’ aan te wijzen waar geparkeerd mag worden. Of door de zones uit te breiden, zodat ook langere ritten mogelijk zijn. Zo blijven de deelscooters niet gebonden aan de binnenstad en blijft het niet bij korte ritjes die ook makkelijk met de fiets gemaakt kunnen worden.
De mobiliteit van de toekomst bestaat nog steeds uit een mix tussen alle vormen van vervoer. Naast het openbaar vervoer, de deelfiets, de deelauto en eigen vervoer blijft ook de deelscooter nog een plek hebben in de complete en duurzame mobiliteitsmix voor de middellange ritten. Om dit mogelijk te maken zal er een aantal dingen verbeterd moeten worden, maar door een goede samenwerking tussen gemeenten en deelscooterleveranciers moet dit goed mogelijk zijn.